“Hoe klein ik ook ben, ik heb vier grote zussen die me alles zullen leren.”
Van die strekking was de tekst op het geboortekaartje van Nyntha. En naarmate Nyntha groter, wijzer en slimmer werd zeiden we vaak gekscherend tegen elkaar: “Hadden we díe tekst maar weggelaten!”
Nyntha liet ons dingen zien, waarvan we ons achter de oren krabden en ons afvroegen of we dat nu gewoon vergeten waren van haar zussen of dat gewoon gemist hadden en nu zoveel bewuster mee bezig waren, omdat ze onze laatste en jongste was. Je weet het niet he?
Nyntha werd groter, sterker en slimmer. Ze werd ook bozer naarmate er meer uitdaging zou moeten komen.
In groep 2/3 zat ze toen ze voor het eerst haar boze buien liet zien. Niet dat ze eerder geen temperament had laten zien, integendeel. Maar de manier waarop het hier naar buiten kwam was voor mij, voor ons, ongekend. Het lieve, gehoorzame, brave meisje wat altijd huppelend de klas uit kwam was veranderd in een ongeleid projectiel waarvan ik niet wist wie ze was, wat ze was en hoe ik met haar om moest gaan. Dus ik handelde zoals ik ook zou hebben gehandeld bij elke andere boze bui van haar zussen: “Je kunt nu meekomen of Mama gaat naar huis.” En ze kwam wel mee, maar de boze bui zette thuis gewoon door…
Het aantal blauwe schenen wat ik heb gekregen zijn niet te tellen en we wisten maar geen oorzaak. De ene helft van de week ging het top, de andere helft van de week was het flop. Was het de juf? Was het de drukte in de klas? Wij lieten ons van alles door ons hoofd gaan.
Van groep 2 ging ze naar groep 3 enz. En hoewel het op school supergoed ging en ze leerde enorm voortvarend, waren er thuis toch wel wat problemen met haar gedrag. Wij gingen ons voorzichtig afvragen of het soms ADHD kon zijn. Of het aan ons lag. Of het aan onze opvoedskills lag. Naja, je gaat eigenlijk gewoon gigantisch aan jezelf twijfelen en eigenlijk aan de hele wereld. Je zoekt overal naar adviezen, je probeert van alles uit, trekt de halve bibliotheek leeg. Maar naar nu blijkt hebben we in de verkeerde sectie van de bieb gezocht..
In groep 4 aangekomen kwam er eigenlijk wel een dieptepunt. Na een half jaar stond ik in de ochtend met haar te vechten, omdat ze simpelweg niet meer naar school wilde. Dus sleepte ik haar naar school, ging in gesprek met de juf en ging weer naar huis. Dit herhaalde zich tig keer en zo gingen we verder. We modderden elke dag aan. We vochten elke dag.
Inmiddels was er wel her en der wat hulp ingeschakeld, maar niet specifiek op Nyntha. De begeleiding van Ymke hielp mee vanaf de zijlijn en het woord “hoogbegaafdheid” viel zo nu en dan en Erik en ik hebben elkaar menig keer meewarig aangekeken. Hoezo hoogbegaafd? Dat zijn toch gewoon hele slimme kinderen? Toch geen kinderen die kasten slopen en hun moeder blauwe plekken schoppen?
Na een gesprek op school met de gezinscoach, school en een orthopedagoge werd er een ambulant begeleider ingeschakeld op school met ingang van het nieuwe schooljaar. Zij zou met Nyntha gaan werken om haar te leren leren, want dat was iets wat voor haar erg lastig was, aangezien alles super-easy was, aldus Nyntha zelf. Dus met goede hoop richting het nieuwe schooljaar gingen we van start. Op naar Groep 5. Een nieuw schooljaar, dezelfde juf als in groep 2/3 en dezelfde juf als in groep 4, maar extra hulp en natuurlijk moeilijke stof. Toch?